Tussentijds rapport april 2024

In dit derde tussenrapport van het EVENING project presenteren we nieuwe gegevens en analyses van de kwaliteit van voorschoolse educatie (VE) in Nederland en hoe de uitbreiding met extra uren voor de kinderen, de startleeftijd en de inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker in praktijk vorm krijgt.

In deze tussenrapportage staan de volgende vragen centraal:

  • hoe heeft de kwaliteit van VE zich ontwikkeld tussen 2020-2023;
  • hoe hebben gemeenten en aanbieders 960 uur VE geïmplementeerd en in hoeverre voorspelt het gemeentelijk urenaanbod het werkelijke urengebruik?;
  • wat zijn de verschillen tussen gemeenten en aanbieders in de startleeftijd van VE en in hoeverre voorspelt het gemeentelijk beleid de werkelijke startleeftijd?;
  • wat is het effect van de invoering van de norm voor de pedagogisch beleidsmedewerker in de VE op de kwaliteit?;
  • hoe hebben de werkbeleving van pedagogisch medewerkers en ervaren knelpunten om de kwaliteit te verhogen zich ontwikkeld tussen 2020-2023?

De pedagogisch beleidsmedewerker in de VE

De resultaten laten zien dat zien dat de toegenomen inzet van de pbm’er een significant positief effect heeft gehad op de geobserveerde educatieve proceskwaliteit, maar niet op de geobserveerde emotionele proceskwaliteit. We zien vooral een positief effect op educatieve proceskwaliteit tijdens de (begeleide) spelmomenten. De beleidshervorming kan de geobserveerde toename in kwaliteit tussen 2021 en 2023 voor een belangrijk deel verklaren. Omdat vooral het verhogen van educatieve kwaliteit een positief effect heeft op de (taal)ontwikkeling van kinderen, zijn deze resultaten een indicatie dat de hervorming een positief effect zal hebben op kansengelijkheid.

Conclusies in het kort

  • De urenuitbreiding van VE heeft geleid tot meer aanbod van educatieve activiteiten in intensievere pedagogische werkvormen.
  • Ook heeft de invoering van de urennorm voor de inzet van de pbm’er een positief effect gehad op de educatieve proceskwaliteit.
  • De laatste meting (2022/2023) laat zien dat de kwaliteit van VE hoog is, ook vergeleken met internationale benchmarks.
  • De bevindingen wijzen erop dat de beleidsmaatregelen effectief hebben bijgedragen aan een rijker en kwalitatief hoogwaardiger aanbod van VE.

Lees het hele derde tussenrapport